Alles uit de kast

Altijd en overal overzicht met het geautomatiseerde magazijn

 

Dankzij het FALKO-project heeft BOIKON weliswaar een hoop medewerkers die ervaring hebben gedaan in de aerospace-industrie, maar als ex-piloot is Mohamed Khelifati – Mo voor de vrienden – een van de weinige BOIKON’ers die daadwerkelijk mag claimen vlieguren te hebben gemaakt. Tegenwoordig staat hij echter met beide benen op de grond in het magazijn, waar de opslagkast haast als zijn privédomein geldt.

Een opslagkast beheren klinkt als een bescheiden taakje, tot je hem in levende lijve voor je ziet. Vier immense witte dozen van ieder drie meter breed reiken tot aan het plafond van de hal. Met één druk op de knop spert een van de bakbeesten zijn muil open, en toont een lade vol met onderdelen. Grofweg: als je het in één hand kan houden, ligt het in het geautomatiseerde magazijn. Van moertjes en boutjes tot geavanceerd gereedschap, deze vier kasten vormen het hart van het materiaalbeheer binnen BOIKON. Alles voorzien van een code, dus altijd traceerbaar.

Natuurlijk, er staan ook nog gewoon ouderwetse stellingkasten in de hal voor het grotere en grovere spul. Maar deze installatie bespaart Mo en zijn collega’s wel een hele hoop loopbewegingen in hun dagelijkse werk. Wat heet: dankzij een paar slimme softwarekoppelingen kunnen engineers van achter de computer het benodigde materiaal in één keer opvragen. Zo werkt BOIKON lean en ordelijk, en weet de inkoopafdeling precies wanneer het tijd wordt voor nieuwe bevoorrading.

Rood lampje

Vanaf dag 1 was hij betrokken bij de introductie van de kasten, waarvan de laatste uitbreiding net een paar weken in gebruik is. “Toen ik de apparatuur voor het eerst zag staan, waande ik me bijna weer in het vliegtuig. Zoveel knopjes!” Uiteraard ging de invoering met de nodige kinderziektes gepaard. Het vinden van de juiste indeling bleek een ontdekkingstocht: materiaal dat net niet paste, materiaal dat voor storingen zorgde. “Of iemand heeft honderd M8-schroefjes nodig, maar tien daarvan liggen in de ene lade, vijftig in de andere, en de rest ligt een kast verder. Dan ben je daar net mee aan het puzzelen en gaat er een rood lampje branden: spoedklus, al het andere laten vallen!”

Nu, een paar jaar nadat het eerste schroefje uit de kast kan rollen, kan Mo zich met een gerust hart ervaringsdeskundige noemen. “Hier is geen cursus voor, hè? Je moet alles op de werkvloer leren. En veel gaat automatisch, maar je moet nog altijd zelf het overzicht weten te bewaren. Ook als er de hele dag van alles tussendoor komt. Die structuur, die rust, die zit er nu in. We maken bijna geen fouten meer.” Meteen corrigeert hij zichzelf. “We maken geen fouten meer. Er kan nog wel eens wat mis gaan, maar aan fouten doe ik niet.”

Wederzijds vertrouwen
Foutloos werken is natuurlijk altijd het doel, maar is het nog leuk op een werkplek waar alles stukje bij beetje geautomatiseerd wordt? Mo reageert haast verbaasd op de vraag. “Natuurlijk! Ik ben de hele dag in beweging. Ik praat met iedereen, van monteurs tot managers. En ik speel geen spelletjes, hè? Als een engineer mij belt met een vraag, krijgt hij meteen precies het antwoord dat hij nodig heeft. En dat vertrouwen werkt twee kanten op – als ik iets van hem nodig heb, springt hij meteen achter zijn bureau vandaan en vraagt hij: Mo, wat kan ik voor je doen?”

Een nieuwe feature waar hij in het bijzonder mee in zijn nopjes is, is de optie om restmaterialen van afgeronde projecten in de kast op te slaan. “Dat vond ik altijd zo zonde! Er bleef vaak van alles liggen dat vervolgens uit het oog raakte, omdat niemand wist dat het er was. Nu kunnen we het gewoon registreren en later alsnog gebruiken.”

Kwaliteit

Op de vraag wat de volgende stap gaat zijn in het moderniseren van het magazijn haalt hij zijn schouders op. Hij is 63, het einde van zijn hoofdstuk bij BOIKON komt in zicht. Intern leidt hij al anderen op om zijn werk op termijn over te kunnen nemen. “Informatie delen is voor mij altijd heel belangrijk geweest. Het gaat nooit om het individu, maar altijd om het bedrijf als geheel. In de drukste jaren heb ik hier non stop van 7 tot 5 gestaan, week in, week uit. Inboeken, afleveren, controleren op kwantiteit en kwaliteit.” Dat laatste woord weegt voor hem zwaar. “Ik wil gewoon graag goed werk leveren.”

Dan gaat de telefoon. Spoedklus. Mo werpt een veelbetekenende blik. “Kijk, dat bedoel ik nou. Er komt hier altijd wel wat tussendoor.”