“Iets anders leveren dan gevraagd, dat moet je als bedrijf maar durven”

“De eerste DJURA’s in 2014, het FOSKE-project bij het UMC Utrecht, SYBOLT… eigenlijk alles behalve thermoplastisch composiet.” Erik Wieringa lepelt zijn takenpakket van de afgelopen jaren zo op. Wat duidelijk is: er zit een gigantisch verschil tussen het werk van vandaag de dag en de klusjes waar hij 15 jaar geleden als stagiair vers uit de schoolbanken inrolde. “Dat waren kleine projectjes, puur op klantwens. Nu houd ik me bezig met complexe automatiseringsprojecten waar meerdere disciplines bij elkaar komen. Ik heb als project engineer momenteel eigenlijk wel de breedste functie binnen BOIKON.”

Erik (35) is nog net te jong om van een medewerker van het eerste uur te spreken, maar hij heeft het bedrijf wel zien veranderen en groeien in de afgelopen jaren. “Ik ben zo rond 2009, 2010 hier begonnen. Destijds was het huidige pand aan de Vossenkamp net nieuw opgeleverd, en stond het nog half leeg. Werd er geroepen ‘hier hebben we altijd wel genoeg aan’. Nou, we zijn inmiddels twee verbouwingen verder en eigenlijk is het alweer te klein.”

Van A tot Z

“Ik ben altijd al iemand geweest die wilde weten hoe iets werkte, en waarom het zo in elkaar zit. Als speelgoed stuk ging moest het ook helemaal uit elkaar. Mijn ouders moeten gek van me zijn geworden.” Elektrotechniek leek hem te abstract, dus hij koos voor werktuigbouwkunde. Daar bleek het juist de elektronische kant was die hem fascineerde. Het vinden van een baan die daarbij aansloot, was nog een aardige uitdaging. “Bij de meeste bedrijven kom je als werktuigbouwkundige op de tekenkamer terecht en wordt je halverwege bij een project betrokken. Je stuurt ergens een keer wat tekeningen naartoe, en je hoort nooit meer of het werkt. Daar zit voor mij geen uitdaging in. Bij BOIKON zeiden ze: je begint klein, maar je krijgt wel een project van A tot Z en je mag het helemaal uitzoeken. Wat zijn de mogelijkheden, wat zijn de beperkingen?”

Hij zal de eerste zijn om toe te geven dat het A-tot-Z-verhaal tegenwoordig minder opgaat. “De complexiteit is enorm toegenomen, daar zit wel een groot verschil. Je hebt meer partijen nodig om het totaalplaatje te kunnen overzien. We bedenken echt dingen die nog niet bestonden, dingen waarvan men ook dacht dat ze niet konden bestaan. Neem nou de niet-vormvaste pouches, waar we met DJURA ondanks de vouwen en onregelmatige oppervlakken toch een valide code op weten te krijgen. In het begin zijn er wel laserfabrikanten geweest die zeiden ‘wat jullie met dat ding doen, dat kan niet.’ Nou, wel dus. Dat hebben we inmiddels wel bewezen.”

Kan niet, wil niet

Zichzelf bewijzen tegenover een sceptische omgeving, BOIKON heeft er inmiddels haast zijn handelsmerk van gemaakt, zo beaamt de Groninger. “Neem nou het FOSKE-platform. Zo’n sterilisatie-afdeling is van oudsher wat conservatiever; men kijkt er graag de kat uit de boom.” In de industrie wil men bij wijze van spreken vandaag iets maken en daar gisteren de machine voor hebben, maar in de zorg heb je het over investeringen die soms ééns in de 30 jaar worden gedaan, en waar elk besluit over heel veel schijven heen moet. Wat daar gebeurd is, is heel bijzonder, want we hebben in wezen iets neergezet dat niet in de aanbesteding stond. Het vraagt lef om te zeggen: we bieden niet wat jullie vragen, maar we gaan op zoek naar een oplossing voor jullie werkelijke probleem. Dat moet je als bedrijf wel durven -
en bij BOIKON durven we dat.”