Lichter in de lucht

Milieuvriendelijker vliegen dankzij thermoplastisch composiet

Als de onvermijdbare AI-gestuurde opstand der robots dan eindelijk daar is, zorg ervoor dat je uit de buurt blijft van het Global Technology Center van GKN Fokker. De imposante machines in de Hoogeveense bedrijfshal zien eruit alsof ze je moeiteloos een kopje kleiner kunnen maken. Gelukkig staan ze (vooralsnog) aan onze kant, en helpen ze dankzij de innovatiekracht van BOIKON mee met de productie van lichtgewicht vliegtuigonderdelen.

“Het is net een dino, vind je niet?” merkt Arnt Offringa op. De directeur van het technologiecentrum kijkt met trotse ogen naar de Automated Fiber Placement, een felgele zesassige robot op een railsysteem die inderdaad wat weg heeft van een prehistorisch wezen. Het is één van de drie grote apparaten met BOIKON-signatuur die in de hal staan, en waar hij de komende tijd veel van verwacht.

Luchtwaardig

De samenwerking met BOIKON gaat al jaren terug, maar met name het tapelaying-procedé is met dank aan een Europees onderzoeksproject recentelijk in een stroomversnelling geraakt. Begin volgend jaar vliegt in Italië voor het eerst een vliegtuig met FALKO-balken in de staart. Arnt: “Daarmee is het bewijs van luchtwaardigheid geleverd, en kunnen we de stap maken naar productie. Goed, dat is alles bij elkaar nog een traject van 2 à 3 jaar, maar in vliegtuigtermen is dat redelijk dichtbij. Er wordt veelal cyclisch gebouwd, dus je werkt nou eenmaal met lange doorlooptijden.”

Aangekomen op zijn kantoor pakt Arnt een golfvormig stukwit kunststof uit de vensterbank. Een soort Playstation 5, maar dan anderhalf keer zo groot. “Dit is een roertje voor een Urban Air Mobility-vliegtuig. Vijf personen, elektrisch aangedreven, kan verticaal stijgen en landen, maar is veel stiller dan een helikopter. De Tesla van de luchtvaart. Maar ja, daarvoor heb je wel heel erg licht materiaal nodig.” Hij tilt het roer op. “Dit ding weegt 600 gram, en is volledig opgebouwd uit thermoplastisch composiet. Dat is de kracht van koolstofvezels: vederlicht en ijzersterk. Dat was ook een van de belangrijkste redenen voor GKN om Fokker over te nemen: de kennis die we hier in huis hebben op het gebied van thermoplasten.”

Vliegtuigen met een verleden

Een kort geschiedenislesje. Fokker, de trots van de Nederlandse vliegtuigbouw met roots die teruggaan tot voor de Eerste Wereldoorlog, ging in 1996 failliet. Als toeleverancier van onderdelen aan partijen als Boeing en Airbus bleef de naam echter behouden, en in 2015 werd de onderneming overgenomen door het Britse GKN Aerospace. Onder de vleugels van het nieuwe moederschip ligt de Nederlandse focus tegenwoordig op innovaties in de luchtvaart op het gebied van landingsgestellen, bekabelingssystemen en – zoals hier in Hoogeveen – lichtgewicht structuurdelen.

Dus ja, volledigheidshalve spreekt men tegenwoordig van GKN Fokker. Maar de geest van het ‘oude’ Fokker waart nog rond in het bedrijfspand in de vorm van foto’s, posters en oorkondes. Ook Offringa zelf is nog van de generatie pre-GKN: al sinds 1985 is hij betrokken bij het bedrijf. Vanaf de werkvloer groeide hij door tot de directievloer van een internationaal vermaard onderzoekscentrum. Met zijn twee meter lange gestalte is hij het ideale visitekaartje voor vliegtuigbouwers die het hogerop zoeken.

Geen risico

Toch blijft het overtuigen van grote marktpartijen een uitdaging, benadrukt hij. “Het is niet alleen een technologisch, maar ook een psychologisch verhaal. De vliegtuigwereld is heel erg voorzichtig in het doorvoeren van veranderingen. Men is daar heel gevoelig voor risico’s, en je vraagt ze toch een stevige stap te maken. Terwijl: zo’n middellangeafstandsvliegtuig als de A320 zou een uitstekende kandidaat zijn voor een romp van thermoplast.” De cijfers liegen er niet om: het zou een gewichtsbesparing van 1000 kg opleveren. Over de 30 jaar dat een dergelijk vliegtuig in gebruik is, rekent Arnt voor, scheelt dat 10 miljoen kilo CO2. “Die duurzaamheid is ons veel waard.”

Enfin. Stel dat. De vliegtuigwereld gaat om. Komt je volgende vlucht naar de zon dan uit Hoogeveen? Arnt houdt nog een slag om de arm. “We kunnen hier in theorie wel produceren, maar ik houd de ruimte liever vrij voor onderzoek. Dus dan zouden we elders een versie 2.0 van de FALKO-machines neerzetten.” Dat ze doorgaan met BOIKON is daarentegen wél een zekerheid. “BOIKON is al jaren meer partner dan leverancier. De invoering, de begeleiding, de ondersteuning…de contacten zijn heel close. Ik met Erik en Kalong, onze technische mensen met hun technische mensen. Samen werken we stap voor stap aan verbetering. Elke dag weer.”